Beschrijving
Hendrik Nicolaas Werkman: KUNST is overal
Dit dertiende Ploeg Jaarboek 2014 verschijnt als het Werkmanjaar in volle gang is en draagt de titel Hendrik Nicolaas Werkman: KUNST is overal.
Zeventig jaar na zijn gewelddadige dood staat deze Ploegkunstenaar meer dan ooit in de belangstelling. Niet alleen zijn kunstenaarschap, ook zijn onafhankelijke opstelling in een onvrije tijd, spreekt nog altijd zeer tot de verbeelding.
In het Groninger Museum wordt in een zorgvuldig opgebouwde expositie aan alle aspecten van het leven en werk van Werkman aandacht besteed. Op tal van andere locaties in stad en provincie Groningen komen interessante deelaspecten aan bod, zoals zijn jeugdjaren in Leens of de invloed die hij meer en meer uitoefent op margedrukkers. Ook levert zijn werk en leven de inspiratie voor een aantal theater- en muziekvoorstellingen.
Stichting De Ploeg, die overigens enkele prachtige druksels van Werkman bezit, nam vorig jaar al een voorschot op het Werkmanjaar. Tijdens de Ploegdag kwamen drie sprekers aan het woord over het thema ‘Werkman en de internationale avant-garde’. Deze drie lezingen zijn voor dit Jaarboek verwerkt tot artikelen, die nog eens aantonen hoezeer Werkman verbonden was met andere modernistische stromingen in Europa.
Peter Jordens laat deze wijdvertakte internationale relaties zien in relatie tot The Next Call, Merse Pál Szeredi en Irina Subotic ́ concentreren zich op avant-garde kunstenaars elders in Europa. In samenhang ontstaat hierdoor een uiterst boeiend beeld van de kunstontwikkelingen in de jaren twintig in Europa, die terug te vinden zijn bij Werkman. De twee internationale bijdragen publiceren we in het Engels, gevolgd door een toelichting in het Nederlands door Peter Jordens.
Kunstenaar, zakenman, vader, echtgenoot: het leven van Werkman bestaat uit veel aspecten. Dan is er ook nog het raadsel rond zijn dood. Waarom werd juist hij in de laatste dagen van de oorlog gefusilleerd en lieten de Duitsers andere gevangenen ongemoeid?
Hendrik Jan van den Berg, kleinzoon van de kunstenaar, heeft voor dit Jaarboek twee artikelen geschreven. In het eerste buigt hij zich over het karakter van zijn grootvader en beschrijft hij hoe Werkman in de oorlog voor zichzelf geen gevaren zag. Hij onderzoekt in verband daarmee de meningen die in de loop van de tijd zijn gedebiteerd over de redenen voor de arrestatie en terechtstelling van Werkman. In zijn tweede artikel komen heel andere aspecten uit het leven van Werkman aan de orde. Hierin neemt Van den Berg het erotisch getinte boekje van Werkman Der Mai ist da als uitgangspunt en schrijft hij over Werkmans relatie met vrouwen. In beide artikelen bestrijdt Van den Berg met verve vele idées reçues over zijn grootvader.
De invloed van Werkman op naoorlogse kunstenaars, ook dit is een onderwerp waarover nog veel onderzoek gedaan kan worden. Han Steenbruggen heeft deze uitdaging aangenomen en schrijft over het vroege werk van Gerrit Benner en Karel Appel, waarin onmiskenbaar de geest van Werkman terug te vinden is.
Ook al staat Werkman centraal in dit Jaarboek, de andere Ploegkunstenaars komen in de Kroniek net zo goed aan bod. Hierin weer aanwinsten, ontdekkingen en onthullingen, die volgend jaar ongetwijfeld vervolgd zullen worden.