Dick Siersema, Ruud de Rode – standaard editie

 29,50

Nog niet eerder verscheen er een monografische publicatie over het werk van beeldend kunstenaar Ruud de Rode. Laat staan zo’n eigenwijze uitgave als deze.

In samenspraak met kunstkenner en publicist Dick Siersema bedachten de kunstenaar en zijn uitgever een opzet die recht doet aan de veelzijdigheid van deze kunstenaar.

Belle de Rode schreef in het boek een voorwoord voor haar vader.

Beschrijving

Dick Siersema produceerde een reeks heel verschillende teksten. Hij laat Ruud de Rode spreken in zijn rol als docent (lange tijd was De Rode verbonden aan kunstvakopleiding Academie Minerva in Groningen). Siersema geeft zijn visie op en analyse van de verschillende genres aan beeldend werk die de kunstenaar zoal produceert. Maar hij interviewt hem ook over zijn eigen opvattingen en beweegredenen, en hoe zijn werk ontstaat. Bij een aantal werken schrijft Siersema tot slot een korter of langer bijschrift waarmee hij de kijker een manier biedt om dichter bij het werk te komen.

Siersema laat De Rode als docent aan het woord:
‘Welkom! Fijn dat jullie er allemaal zijn. Vanmiddag gaan we deze twee kopjes schilderen. Of beter, jullie gaan ze schilderen. Of eigenlijk ook niet. Want je moet wel twee kopjes schilderen, maar je mag niet schilderen wat hier staat. Begrijp je? Eigenlijk moet je meteen vergeten dat het kopjes zijn. Het moeten zo lang mogelijk geen twee kopjes zijn.

Het gaat ook helemaal niet om die stomme kopjes, het gaat om jou. Jij moet niet naar de dingen kijken, je moet in de eerste plaats jezelf leren zien. En als dat lukt, zie je ook de dingen anders.’

De Rode over zijn positie in de kunstwereld van het noorden:
‘Als je lang ergens woont en werkt en ook nog lang hebt lesgegeven, ken je natuurlijk wel veel mensen in wat dan de kunstwereld heet. Maar ik kan eigenlijk geen kunstenaar hier in het noorden bedenken met wie ik mij qua werk echt verwant voel. Op het persoonlijke vlak natuurlijk wel, maar niet wat mijn werk betreft. Hier gaat het vaak toch nog steeds over De Ploeg, noordelijke landschappen, waddengezichten, en aan de andere kant al die noordelijke realisten. Ik pas daar eigenlijk niet goed tussen. Maar dat geeft niet. Ik heb ook nooit de neiging gehad om hier dan maar weg te gaan. Ik hecht meer aan het leven dan aan mijn positie. Ik heb liever een plek waar ik me goed voel dan een plek waar ik goed zit in de museumwereld. Natuurlijk, ik zou het best leuk vinden om wat vaker ergens te hangen, maar ik ben daar niet gefrustreerd door, of zo. Een beetje lol maken met mensen, dat vind ik al mooi genoeg.’


Standaard editie

Genaaid gebonden in heelpapieren in full colour bedrukte band voorzien van matlaminaat en kapitaalbandjes.
Staand formaat van ca 28,5 x 22,5 cm.
Geïntegreerde schutbladen en een binnenwerk van 102 pagina’s op ivoor-kleurig, zuurvrij houtvrij offset.