Het vierde deel in de reeks Ploeg Jaarboeken staat in het teken van technieken en disciplines waarin kunstenaars van De Ploeg werkzaam waren. Aan de Technische Universiteit Delft wordt namelijk onder auspiciën van Jan C.A. van der Lubbe een computerprogramma ontwikkeld dat meer dan tweehonderd aspecten van schilderijen onderscheidt en typeert.

Analyses van de karakteristieken van schilderijen van onder andere Altink, Dijkstra en Wiegers kunnen (aanvullende) informatie geven over periodisering, stijlkenmerken en zelfs over authenticiteit. In dit jaarboek beschrijven Van der Lubbe en Ana-Iona Deac hun werkwijze en de eerste resultaten van het onderzoek.

Ook het Groninger Museum zette een onderzoek op, maar nu naar de wasverftechniek van Ploegschilders. Het Instituut Collectie Nederland  voerde analyses uit op basis van verfmonsters van twaalf Ploegschilders en een schilderij van Kirchner. Klaas Jan van den Berg en Eva Goetz doen in dit jaarboek verslag van hun bevindingen.

Behalve deze op schilderijen toegespitste onderzoeken, wordt in dit jaarboek aandacht besteed aan onder meer grafiek van Ploegkunstenaars, de fotografische experimenten van H.N. Werkman en de belangstelling binnen de vooroorlogse moderne kunst voor het poppenkastspel. Tevens bevat het Ploeg Jaarboek 2005 onder meer een volledige lijst van en toelichting op aanwinsten van het Groninger Museum en Stichting De Ploeg in 2005, aanwinsten in andere openbare collecties en publicaties.

Het Ploeg Jaarboek 2005 verscheen in een eenmalige oplage in een genaaid gebonden uitvoering, geheel in kleur, met hardcover omslag voorzien van foliedrukwerk.
Formaat 24,5 x 17,5 cm.